De Nederlandse internetproviders zien vooralsnog niets in het plan om waarschuwingen uit te delen aan mensen die vaak illegaal films en series uploaden. Dit is een plan van de waakhond op dit gebied, Stichting BREIN. Sommige internetproviders, zoals T-Mobile, hebben zelfs al aangegeven om vooralsnog niet mee te werken aan de plannen. De stichting wilde de e-mailadressen van mensen die het op het spoor is gebruiken om op die manier aan de slag te gaan met de waarschuwingen. Op dit moment lijkt dit plan dus niet uitvoerbaar te zijn voor de waakhond.
Gebruik van BitTorrent
Stichting BREIN heeft een specifiek plan als het gaat om het aanpakken van het uploaden. Zo gaat het specifiek om mensen die films en series uploaden via het BitTorrent platform. De stichting houdt toezicht op de auteursrechten in Nederland en is om die reden belast met het bestrijden van illegale uploads. Er kan op dit moment niet op die manier op gehandhaafd worden. Het plan van de stichting is om de internetgebruikers waarvan bekend is dat zij BitTorrent gebruiken per e-mail te waarschuwen dat dit handhaven in de toekomst mogelijk wel kan gebeuren. Daarvoor heeft het dan dus wel de e-mailadressen nodig.
De gebruikers opsporen
Het is voor Stichting BREIN vooral belangrijk om de gebruikers te kunnen opsporen. Daarvoor heeft het specifieke software laten ontwikkelen. Zo kan het de Nederlandse IP-adressen van gebruikers die met het uploaden bezig zijn detecteren. Het zou dan de bedoeling zijn dat de internetproviders de waarschuwingsmails zouden verzenden. Inmiddels is duidelijk dat verschillende providers niet willen meewerken hieraan.
Zij willen veiligheid aan hun klanten bieden en dus geen diensten voor derden doen met betrekking tot het volgen van het internetgedrag van de klanten. Alleen bevoegde opsporingsambtenaren krijgen hulp hierbij, maar alleen bij aantoonbare strafbare feiten.
De gegevens beschermen
Het is in ieder geval duidelijk dat de providers gezamenlijk besluiten om niet in te gaan op het verzoek om persoonlijke gegevens van de klanten te onthullen. Naam, adres en woonplaats horen daar in ieder geval bij. Hoe dit zit met het e-mailadres, is nog twijfelachtig. Sommige providers zijn van mening dat dit er ook onder valt, andere zouden onder voorwaarden wel willen meewerken aan het plan van Stichting BREIN. Al zijn dat niet de voorwaarden zoals die nu gesteld zijn door de waakhond.
Onduidelijkheid over de software
Een deel van het probleem zit ook in de aanpak van Stichting BREIN. Zo bestaat er twijfel over de software die het gebruikt. Het is bijvoorbeeld de vraag of de IP-adressen en daaraan te koppelen gegevens wel volgens de wet op de privacy worden behandeld.
Al stelde de Autoriteit Persoonsgegevens al dat hier bijvoorbeeld geen vergunning voor nodig is. Andere partijen stellen echter dat het systeem onvoldoende getoetst is door de Autoriteit. Het systeem is dus weliswaar niet afgekeurd, maar het is ook niet goedgekeurd voor gebruik. Voor internet aanbieders is dit wel een belangrijke zaak. Het kan bijdragen aan het wel of niet meewerken.
